Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet educatie en beroepsonderwijs

 

Artikel 2.1.3 Vestiging en beëindiging bekostigingsaanspraak instellingen
1
Instellingen worden bij wet voor bekostiging in aanmerking gebracht. Artikel 4:32 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de bekostiging van instellingen.
2
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van:
a
instellingen die op grond van artikel 12.3.1 zoals dat luidde door de Wet van 11 april 2001, Stb. 207, of artikel 12.3.3 zoals dat luidde ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs (Stb. 1995, 501) door Onze Minister voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht, en
b
instellingen die zijn voortgekomen
1
uit een samenvoeging of splitsing van bekostigde instellingen,
2
uit een samenvoeging van een agrarisch opleidingscentrum met een school voor voorbereidend beroepsonderwijs in de sector landbouw, als bedoeld in artikel 10c, onderdeel d, van de Wet op het voortgezet onderwijs, of
3
uit een omzetting van een bijzondere instelling in een openbare of omgekeerd.
3
Indien aan een agrarisch opleidingscentrum gedurende twee achtereenvolgende jaren minder dan 1200 deelnemers zijn ingeschreven voor beroepsopleidingen of voor het voorbereidend beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 1.3.3, kan Onze Minister besluiten dat aan die instelling de rechten, genoemd in artikel 1.3.1, ontnomen worden, onverminderd het overigens met betrekking tot ontneming van rechten in deze wet bepaalde.
4
Onze Minister besluit binnen tien maanden na ontvangst van een aanvraag op grond van het tweede lid, onder b. Indien de beschikking niet binnen tien maanden kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het tweede lid, onder b.
5
Bij een beschikking op grond van het derde lid bepaalt Onze Minister het tijdstip waarop aan die instelling de rechten, genoemd in artikel 1.3.1, ontnomen worden zodanig dat de ingeschreven deelnemers de opleiding waarvoor zij zijn ingeschreven, aan dezelfde instelling of aan een andere instelling binnen een redelijke tijd kunnen voltooien.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •